Rondetafelgesprek over het asiel-en vreemdelingenbeleid in de Tweede Kamer
Donderdag 7 November was er een ronde tafelgesprek over het asiel- en vreemdelingenbeleid in de Tweede Kamer georganiseerd. Hieronder een uiteenzetting van wat er tijdens de eerste drie blokken is gezegd. Het eerste blok behelsde het landenbeleid, het tweede blok gemeentelijke opvang en het derde blok opvang en terugkeer.
Blok 1. Landenbeleid
Sprekers: Dhr. J. Kuipers van Vluchtelingenwerk Nederland en Dhr. R. Bruin van UNHCR (UN Refugee Angency)
Dhr. R. Bruin: De grootste stroom van vluchtelingen die Nederland binnenkomt is afkomstig uit Somalië. Vanuit Nederland worden er mensen nar Somalië gedwongen uitgezet. De UNCHR adviseert niet uit te zetten naar Somalië omdat de situatie in het land onveilig en onvoorspelbaar is. Vluchtelingen uit omringende landen keren vaak wel terug naar Somalië maar het lukt dan niet om weer een bestaan op te bouwen. Velen verlaten het land dan ook weer in afzienbare tijd.
Dhr. J. Kuipers: Het Nederlandse landenbeleid is gebaseerd op ambtsberichten van buitenlandse zaken. In deze ambtsberichten wordt de expertise van mensenrechtenorganisaties vaak niet meegenomen en daarom zijn deze ambtsberichten vaak niet dekkend. De expertise van de maatschappelijke organisaties zou dus moeten worden meegenomen. Ook zou de IND zich niet alleen moeten beperken tot de ambtsberichten. In het geval van Somalië geven zowel Human Right Watch als Amnesty International aan dat van gedwongen terugkeer naar het land geen sprake zou mogen zijn. De IND zou ook deze uitspraken mee moeten wegen tijdens een asielprocedure.
Dhr. R. Bruin: Nederland is het eerste Europese land dat is overgegaan op uitzettingen naar Somalië. Andere landen doen dat niet, maar geven Somaliërs ook geen verblijfsvergunning, met als gevolg dat er een toename is van het aantal illegalen. Dat is dus ook geen oplossing.
Dhr. J. Kuipers: Helaas lukt het nog steeds niet om een Europees landenbeleid te creëren. Europese lidstaten hebben allen een ander beleid. Dat zou gelijkgetrokken moeten worden.
Blok 2. Gemeentelijke opvang
Sprekers: Dhr. K. Keesmaat van het Vluchthuis Den Haag, Dhr. Y. Osman van ‘Wij Zijn Hier’ en Burgemeester E van der Laan.
Dhr. E van der Laan: Spreekt namens de 4 grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag. Hij laat weten dat gemeenten formeel geen rol spelen in de opvang van ongedocumenteerden, maar dat dit in de praktijk niet vol te houden is. De grote steden hebben te maken met een toename van ongedocumenteerde inwoners.
De uitspraak van de Europese commissie voor Sociaal Recht is volgens Van der Laan van groot belang en hij gaat ervan uit dat de uitspraak door de rechter onderstreept zal worden. Hij noemt de reactie van Teeven dan ook te laconiek. Volgens Van der Laan moeten we alvast ons gaan voorbereiden op het creëren van opvangmogelijkheden. Door het bestuursakkoord van 2007 zijn gemeenten niet in de mogelijkheid om opvang te bieden aan ongedocumenteerden, maar dit akkoord is allang door de realiteit ingehaald. Toen het akkoord werd opgesteld ging men ervan uit dat het asielbeleid sluitend zou worden en dat is geenszins het geval. Dat moet nu maar eens erkend worden en daar moet op geanticipeerd worden.
Van der Laan wil opvang kunnen bieden en rekent daarbij op steun van het rijk. Het is volgens hem zaak om de basisvoorwaarden van onderdak, eten en kleren te gaan verzorgen. Het hoeft volgens hem ook niet duur te zijn want de infrastructuur, organisaties en netwerken zijn aanwezig in alle 4 grote steden. Tot nu toe waren ze gebonden aan het bestuursakkoord en konden ze niet meer dan burgerinitiatieven ondersteunen, maar de uitspraak van ECSR biedt eindelijk mogelijkheden.
Wel vind Van der Laan dat alle vluchtelingen individueel begeleid moeten worden. Het rapport van Vluchtelingenwerk, dat onlangs in opdracht van de gemeente Amsterdam is uitgevoerd, laat zien dat een grote groep van ‘Wij Zijn Hier’ kans heeft op een verblijfsvergunning. Maar er zijn er ook bij die volgens het VWN rapport voorbereid zouden moeten worden op terugkeer naar het land van herkomst.
Dhr. K. Keesmaat: Geeft aan dat de criteria die bij het landenbeleid gehanteerd worden discutabel zijn. Hij zegt dat onder andere Irak onterecht veilig is verklaard. Daarbij zijn mensen hier al vaak heel lang en raken vervreemd van het land van herkomst. Keesmaat zegt dat de verantwoordelijkheid voor de groep van ongedocumenteerden die hier in Nederland verblijven en die veelal onuitzetbaar zijn gebleken, niet langer in de handen moet liggen van een handjevol vrijwilligers. Hij pleit voor structurele opvang gecoördineerd vanuit de gemeente en het rijk.
Dhr. Y. Osman: Legt uit dat ‘Wij Zijn Hier’ bijeen is gekomen omdat ze allemaal in het asielgat terecht zijn gekomen en dat ze dit onrecht op de politieke agenda wilden zetten. Hij verteld over de reis door Amsterdam: van de tuin van de Diaconie, naar het tentenkamp op de Notweg, de Vluchtkerk, De Vluchtflat en nu het Vluchtkantoor. De faciliteiten laten te wensen over of zijn er gewoon niet en ook is er lang niet altijd genoeg eten.
Osman laat weten dat de groep aan het overleven is en dat ze op geen enkele wijze kunnen nadenken over de toekomst. Osman zegt dat het absoluut noodzakelijk is om vanuit een rustige plek je voor te kunnen bereiden op een toekomst. Zolang dat niet geboden is, is praten over wat voor toekomst dan ook, geen optie.
Het enige wat de hele groep wil is de mogelijkheid een leven op te bouwen. Ze willen kunnen studeren, kunnen werken en de basisfaciliteiten moeten voorhanden zijn. Het rijk en de gemeente zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen en voor opvang en de eerste levensbehoeften moeten gaan zorgen. De uitspraak van ESBR is een troef in handen van de gemeentes om nu eindelijk dat te doen wat ze eigenlijk al die tijd al willen. ‘Wij Zijn Hier’ vraagt Van der Laan dan ook om opvang, verwarming, eten en kleren op korte termijn te bieden. Naar alle waarschijnlijkheid staat de groep volgende week weer op straat.
Osman geeft aan dat veel leden van ‘Wij Zijn Hier’ bijzonder slechte ervaringen hebben met DT&V. Er is een groot wantrouwen ten opzichte van deze organisatie.
Blok 3: Opvang en terugkeer (15.15-16.15 uur)
• Vluchtelingenwerk Nederland, dhr. J. Kuipers
• Raad van Kerken, mevr. C. van der Vlist
• INLIA, dhr. J. van Tilborg
• Bridge to better, mevr. H. Hamstra
• Stichting Maatwerk bij Terugkeer, mevr. L. van Goor
• Asieladvocate, mevr. L. Blijdorp
Mevr. C. van der Vlist: Noemt de afwachtende houding van de overheid na de uitspraak van het ECSR teleurstellend. Er moet erkend worden dat het niet langer een optie is om mensen die uitgeprocedeerd zijn op straat te zetten. Wanneer mensen moeten terugkeren, moeten ze daar goed op voorbereid worden. Vanaf de straat een terugkeer regelen is onmogelijk gebleken.
Mevr. H. Hamstra: Wil uitgaan van de kracht van mensen. Het doel van de organisatie waarvoor ze werkt is om mensen die terugkeren goed voor te bereiden zodat ze in het land van herkomst aan het werk kunnen of een bedrijf op kunnen zetten. Ook Hamstra pleit voor opvang omdat een goede begeleiding tot terugkeer niet mogelijk is vanaf de straat. Wel zegt ze dat mensen gericht op herbevestiging bij elkaar geplaatst moeten worden zodat iedereen de neus dezelfde kant op heeft staan.
Mevr. L. van Goor: Zegt dat de vertrektermijn van 16 weken te kort is om goed voorbereid terug te kunnen keren. Ook is het investeringsbudget dat mensen meekrijgen vaak niet afdoende of mensen krijgen helemaal niks. Ook zij vindt het absoluut noodzakelijk dat mensen worden opgevangen gedurende het proces dat moet leiden tot herbevestiging in het land van herkomst.
Daarbij klaagt ze over het gebrek aan structureel overleg tussen de overheid en de maatschappelijke organisaties. Er zijn teveel organisaties die naast elkaar werken in plaats van met elkaar. Uitermate verwarrend vindt ze ook dat het terugkeerbeleid per lidstaat in Europa verschilt. Dat zou gelijk moeten worden getrokken.
Mevr. L. Blijdorp: Er is sprake van een groeiende groep langdurige illegalen. Zij worden zelf verantwoordelijk gesteld voor hun vertrek. En zelfs wanneer duidelijk is dat mensen onuitzetbaar zijn wil men ze geen opvang of verblijfsvergunning bieden omdat men bang is voor de zuigende aantrekkingskracht die dit zou kunnen hebben op andere potentiele migranten. De groep van ongedocumenteerden in ons land kost veel geld. Ze hebben vaak ernstige medische problemen omdat ze op straat leven of ze worden bijvoorbeeld heel lang in detentie gezet, terwijl allang is aangetoond dat na 4 maanden verblijf in detentie de kans dat iemand uitgezet kan worden nagenoeg verkeken is. Dit kost de overheid bakken met geld terwijl we om de oren worden geslagen met bezuinigingen. Het ontmoedigingsbeleid is duurkoop.
Blijdorp is niet te spreken over de onzorgvuldigheid waarmee asiel procedures worden afgehandeld. Er worden veel fouten gemaakt. Ook het buitenschuld beleid functioneert niet. Ze geeft wel aan dat het contact tussen asieladvocaten en de IND de laatste jaren is verbeterd. Het contact met DT&V is echter slecht. Hun dossiers zijn vaak niet compleet. Dit geld zeker voor 40 % tot 50% van de zaken die ze behandelen. Daarbij zetten ze mensen die net te horen hebben gekregen dat ze uitgeprocedeerd zijn en het land moeten verlaten, vaak ontzettend onder druk. Op het moment dat het proces van terugkeer in gang wordt gezet, trekken ze hun handen er echter zo goed als volledig van af.
Dhr. J. Kuipers: Het is aangetoond dat ons sobere regime niet werkt. Ook detentie niet. Het draagt niet bij aan een effectieve terugkeer. In Zweden worden mensen die voorbereid worden op hervestiging in het land van herkomst in open AZC’s opgevangen. Dat werkt veel beter.
Ook onderstreept hij dat de enorme focus op terugkeer een averechts effect heeft. Er moet per individu altijd goed bekeken worden of terugkeer wel de beste optie is. Wanneer dit zo blijkt te zijn dan moet je ook rekening houden met de absoluutheid die doorklinkt in de term. Hij geeft zelf de voorkeur te spreken over herbevestiging.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.