Hoe lang duurt het om een status te krijgen?
De afgelopen weken is er in de politiek vaak de vraag besproken hoe lang vluchtelingen aan hun zaak moeten werken om een status te kunnen krijgen. Ik pretendeer niet een antwoord te hebben op deze vraag, maar ik wil er vanuit mijn ervaringen bij Wij Zijn Hier wel graag op reageren.
Allereerst wil ik benadrukken dat ik het eigenlijk incorrect vindt om over getallen te praten. Het gaat bij Wij Zijn Hier namelijk om mensen en niet om nummers. Bij het praten over cijfers loop je het risico te verzanden in lange discussies en het menselijke aspect uit het oog te verliezen.
Bovendien zijn getallen altijd subjectief en afhankelijk van de uitgangspunten die men hanteert. Om direct een voorbeeld te geven: wat verstaat men in bovenstaande vraag onder ‘hoe lang’. Wordt hier bedoeld de tijd tussen de eerste asielaanvraag en het moment dat de vluchteling echt zijn status krijgt? Of tussen het moment dat de vluchteling op straat wordt gezet en de status? Of tussen het moment dat de vluchteling zich bij Wij Zijn Hier aan sluit en de status? Hier zie je al dat puur gebaseerd op interpretatie van de vraag, het antwoord met vele jaren uiteen kan lopen.
Dan het tweede deel van de vraag ‘aan hun zaak werken’. Wat wordt er verstaan onder werken aan je zaak? Is wachten op het Rode Kruis dat probeert een familielid op te sporen werken aan je zaak? Of wachten op de uitspraak van het Europees Hof? Is zoeken naar iemand in je geboorteland die je aan bewijsmateriaal kan helpen, werken aan je zaak? En wachten tot deze documenten arriveren? Of wachten op een antwoord van je ambassade? Of wachten op een afspraak met je advocaat, wachten op je interview voor je herhaalde asielaanvraag, op het antwoord van de IND? Het grootste deel van je tijd bestaat als vluchteling uit het tergende en frustrerende wachten. En dus het grootste deel van het werken aan je zaak.
De meeste mensen werken aan hun zaak vanaf het moment dat hun eerste asielverzoek is afgewezen. Toen Wij Zijn Hier startte in september 2012 werkten de meeste mensen al jaren aan hun zaak.
In de Vluchtkerk zijn we begonnen met het serieus koppelen van de vluchtelingen aan goede advocaten en aan een contactpersoon die helpt bij de zaak en met het verstrekken van middelen bijvoorbeeld internet en computers om contact te zoeken met het thuisfront, financiële middelen om een bezoek aan de ambassade in Brussel mogelijk te maken, evenals bezoeken aan de advocaat, het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk, etc.
We startten hiermee begin december 2012. De eerste die zijn verblijfsvergunning kreeg was Habib op 19 juli 2013, na 7,5 maand van zeer zeer intensief contact met hem, de advocaat en diverse mensen en organisaties in Nederland en zijn thuisland. Hij werd gearresteerd bij de ontruiming van tentenkamp Osdorp en in detentie gezet in Zeist. Na 7,5 maand mocht hij het detentiecentrum verlaten – met zijn status in zijn hand. De tweede die haar status kreeg was een Eritrese dame die zwanger was. De derde was Younis, op 21 november 2013. Hij was al een jaar of 13 in Nederland, sprak Nederlands en was een van de woordvoerders van Wij Zijn Hier. Na bijna een jaar van zeer intensief werken aan zijn zaak en met behulp van zijn netwerk, kreeg hij uiteindelijk waar hij recht op had. Niet veel later kreeg een tweede Eritrese dame haar status. Na ongeveer een jaar van zeer intensieve begeleiding hadden 4 personen hun status. Op zo’n 160 mensen is dit ongeveer 2,5%.
Op dat moment – een jaar na de start van de Vluchtkerk – startte het Havenstraatexperiment van de gemeente. Het blijft zeer lastig te achterhalen wie de gemeente nu wel of niet meerekent bij de Havenstraatgroep. De mensen die daar vanaf het begin woonden of ook de mensen die daar later bij kwamen? De mensen die volgens de gemeente recht hadden op een plek in de Havenstraat maar daar niet waren? Ook hier blijkt weer hoe getallen kunnen verschillen op basis van de gehanteerde uitgangspunten. Wij richten ons nu op de groep beschreven in het evaluatierapport van de Havenstraat. Hierin wordt gezegd dat 6% van de mensen aan het eind van de Havenstraatpilot een status had. Op ongeveer 160 mensen zijn dit ongeveer 9 personen. Vier daarvan hadden al een status voordat de pilot begon. Maar een daarvan (Habib) was om onverklaarbare reden geen onderdeel van de Havenstraatgroep. De gemeente heeft keer op keer gezegd dat ook de mensen van de groep die op het moment van registratie in de Vluchtkerk in detentie zaten op de lijst zouden komen. Habib’s naam is diverse malen doorgegeven en hij heeft zelfs een Vluchtkerkpasje. Maar hij is niet op de lijst terecht gekomen. Er kan dus gezegd worden dat in het half jaar van het Havenstraatexperiment 9 min 3 is zes mensen hun status hebben gekregen.
Nu – ongeveer een jaar na het einde van de Vluchthaven en dus 2,5 jaar na de start van de begeleiding heeft ongeveer een kwart van de mensen van de oorspronkelijke groep hun status. Op basis van deze ervaringen en cijfers zou men dus kunnen stellen dat er zeker 2,5 jaar van intensieve begeleiding en financiering nodig is om een substantiële groep aan de verblijfsstatus te helpen waar ze recht op hebben. Een ander deel van de mensen heeft inmiddels een herhaald asielverzoek gedaan maar wacht nog op antwoord van de IND.
Ik denk dat de ervaringen in de Vluchtgarage enigszins vergelijkbaar zijn. Hier is ook een intensief buddy project gestart in oktober 2014. In drie kwart jaar is het slechts een handvol mensen gelukt hun status te krijgen. Maar er zijn nu wel diverse mensen die hun herhaalde asielverzoek hebben ingediend en er zijn veelbelovende zaken. Ik verwacht dat binnen 2,5 jaar ook een kwart van deze mensen eindelijk hun recht zullen krijgen.
Het is triest en hartverscheurend om te zien dat zoveel mensen uiteindelijk dus gewoon recht blijken te hebben op een verblijfsvergunning en hen dat recht al die tijd onthouden is. Het is ook heftig om te zien hoeveel tijd, inspanning en frustratie het kost om de status te krijgen.
Wat zorgt er voor dat dit zo lang duurt? Allereerst natuurlijk het vele vele wachten. En verder de omgekeerde bewijslast die de asielprocedure als enige procedure in Nederland kent. De asielzoeker moet bewijzen leveren. Bewijzen die vaak helemaal niet te leveren zijn. En als ze na veel moeite wel geleverd worden, alsnog niet geloofd worden.
Voorbeelden hiervan zijn: de advocaat zegt dat je naar de Somalische ambassade in Brussel moet, je belt en wacht en belt en wacht en hebt eindelijk een afspraak. Je belt en wacht en belt en wacht en krijgt eindelijk je document. Vervolgens wordt dit document niet geaccepteerd door de IND. Een ander voorbeeld is dat de IND vertelt dat Libië veilig is en alle rapporten van mensenrechtenorganisaties en beelden op TV negeert. Of dat de IND zegt dat de situatie in Yemen inderdaad onveilig is, maar dat er nog geen beleid op is, dus dat je maar moet wachten.
Het is de vicieuze cirkel van moeten bewijzen dat je gevaar loopt en als je dat bewijst niet geloofd worden door de IND. Je moet dan aantonen dat je bewijs echt is. En als je iemand laat aantonen dat het echt is, moet je bewijzen dat de persoon die zegt dat het echt is de waarheid spreekt. En als je iemand vindt die verklaart dat de persoon die zegt dat jou bewijs echt is de waarheid spreekt, dan moet je aantonen dat… etc.
Voor meer en uitgebreidere voorbeelden zie: asylum procedure through the eyes of refugees.